Onderzoek naar "Seksueel molest in tien Surinaamse arbeidsorganisaties in de publike en private sector"

In een onderzoeksrapport zijn de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar ‘Seksueel molest op de werkplek’ in tien publieke en private bedrijven in uiteenlopende economische sectoren, met als doel het verzamelen van data die meer inzicht verschaffen in de omvang en aard van het seksueel molest op de werkplek in Suriname.

Het onderzoek heeft plaatsgevonden als onderdeel van het programma ‘Een preventieve aanpak van seksueel molest op de werkplek in Suriname’ dat is ontwikkeld en wordt geleid door Stichting Ilse Henar-Hewitt Juridische Bijstand voor Vrouwen met technische en financiële ondersteuning van het UN Trust Fund to End Violence Against Women (UNTF-UNIFEM).

Conclusies

  • Seksueel molest is geen onbekende term. Het overgrote deel van de werkers zegt ooit van seksueel molest gehoord te hebben.
  • Ongeveer één op de vijf werkers, 21%, is van mening dat seksueel molest vaak tot heel vaak voorkomt op de huidige werkplek.
  • De meeste vrouwen en mannen zijn van mening dat slachtoffers van seksueel molest doorgaans vrouwen zijn en plegers van seksueel molest doorgaans mannen.
  • Percepties van seksueel molest variëren naar gender en naar werkplek. In het algemeen waren vrouwen eerder dan mannen geneigd om de voorgelegde hypothetische situaties als seksueel molest te kwalificeren. Zowel vrouwen als mannen relateren seksueel molest vooral aan ongewenste fysieke intieme handelingen. Verbale en non-verbale vormen van seksueel molest worden relatief minder gepercipieerd als seksueel molest, in het bijzonder in organisaties met een geseksualiseerde context en een losse omgangscultuur.
  • Zowel vrouwelijke als mannelijke werkers rapporteren ervaringen met seksueel molest op de huidige werkplek.
  • Seksueel molest is gevonden op alle werkplekken, en varieert van 3% tot 57%.
  • De prevalentie van seksueel molest is genderspecifiek en varieert naar werkplek: vrouwelijke werkers rapporteren meer seksueel molest dan mannelijke werkers. Op de tien onderzochte werkplekken varieert het gevonden seksueel molest bij vrouwen van 3% tot 57% en bij mannen van 4% tot 25%.
  • Slachtoffers van seksueel molest hebben een diverse sociaal-demografische achtergrond. Hun opleidingsniveau varieert van Voortgezet Onderwijs op Juniorenniveau tot universitair onderwijs, en ze komen uit alle economisch actieve leeftijdscategorieën (25-60 jaar). De jongere leeftijdscategorieën (25-49 jaar) vertonen een iets hogere prevalentie van seksueel molest.
  • De meeste vrouwen en een belangrijk deel van de mannen die seksueel molest hebben ervaren, noemen een mannelijke pleger. 89% van de vrouwen en 30% van de mannen zijn lastiggevallen door een man.
  • In vrijwel alle bedrijven melden zowel mannen als vrouwen dat ze zijn gemolesteerd door iemand van hetzelfde geslacht. Veel meer mannen (30%) dan vrouwen (2%) melden dat ze lastig zijn gevallen door een seksegenoot.
  • Plegers zijn vooral meerderen en collega’s. Bijna de helft van de vrouwen, 47%, noemt een meerdere als pleger. Van de mannelijke slachtoffers zegt 30% last te hebben gehad van een meerdere.
  • Het seksueel molest is actueel. Het is veelal geen incidentele ervaring: 45% van de vrouwelijke en 63% van de mannelijke slachtoffers heeft het seksueel molest in het afgelopen jaar ervaren, waarvan 27% vrouwen en 40% mannen meldden dat dit molest in de afgelopen 6 maanden plaatsvond.
  • In een aantal bedrijven kan seksueel molest beschouwd worden als deel van de bedrijfscultuur. Eén op de vier, 25%, van de vrouwelijke slachtoffers meldt vaak tot regelmatig molest, terwijl ongeveer één op de vijf mannen deze frequentie meldt. Twee van de drie slachtoffers zegt te zijn gemolesteerd door verschillende personen in het bedrijf.
  • Het meeste seksueel molest (in het bijzonder van vrouwen) is aangetroffen op werkplekken met een of meer van de volgende kenmerken:
    • Overwegend mannelijke werkers en een overwegend mannelijke leiding. Het betreft in deze vooral traditionele werkplekken, waar vrouwen nog maar recent zijn ingestroomd, en waar mannen zich vooralsnog laten leiden door traditionele opvattingen over genderrollen.
    • Een losse omgangscultuur, die bovendien ook nog geseksualiseerd is. Praten over seks, schuine moppen, gebruik van obscene taal worden op deze werkplekken veelvuldig gemeld als onderdeel van de dagelijkse omgang tussen werkers.
    • Een sterk hiërarchische organisatie, die verder gekenmerkt is door autoritair leiderschap, geringe inspraak van medewerkers, en indicaties van patronageverhoudingen.
    • Ontbreken van een gedragscode.
  • De gerapporteerde ervaringen van seksueel molest komen in alle categorieën voor. De slachtoffers hebben last gehad van zowel verbale, non-verbale als fysieke vormen van seksueel molest.
  • In alle bedrijven is melding van seksueel molest geen onderdeel van de bedrijfscultuur. Slechts 18% van de vrouwelijke slachtoffers en 17% van de mannelijke slachtoffers heeft het seksueel molest gemeld. Ook in bedrijven waar werkers veel seksueel molest ervaren, heeft de bedrijfsleiding eerder geen signalen herkend of formele klachten ontvangen.
  • Op vrijwel alle onderzochte werkplekken is seksueel molest nog geen breed geïdentificeerde werkplek-issue. Doorgaans wordt seksueel molest gezien als ‘normaal’, en vooral als een persoonlijk probleem.
  • Hoewel werkers seksueel molest nauwelijks melden, onderneemt een groot deel wel persoonlijke actie. 72% van de vrouwelijke werkers en 40% van de mannelijke werkers heeft een of andere vorm van persoonlijke actie ondernomen. In veel gevallen melden werkers dat ze het molest negeren of dat ze het contact met betreffende persoon/personen vermijden. Een veel gerapporteerde strategie is voorts dat de pleger wordt aangesproken. Niet altijd is persoonlijke actie effectief. In bedrijven met een duidelijke dominantie van mannen met machogedrag, klagen vrouwen dat mannen zich niet laten weerhouden, en simpelweg het protest negeren.
  • Ongeveer een derde van de werkers heeft nog steeds last van seksueel molest. Hoe ingrijpender de vorm van seksueel molest, hoe groter het gevolg. De meeste slachtoffers melden dat het molest hen nog steeds hindert. Een deel geeft concreter aan dat ze niet prettig meer werken of dat ze er ziek van zijn geworden. Ontslag nemen vanwege seksueel molest wordt slechts in één geval als consequentie genoemd.
  • Het overgrote deel van de werkers, 89%, ongeacht gender, is van mening dat het bedrijf maatregelen moet treffen tegen seksueel molest. De meeste werkers, 81%, vinden vooral voorlichting belangrijk, en kiezen verder voor training en ontwikkelen van werkplekbeleid.
  • Er is grote overeenstemming over de noodzaak van het beschikbaar hebben van vertrouwenspersonen, bij wie slachtoffers van seksueel molest terecht kunnen met klachten. Over de plaats van deze vertrouwenspersoon zijn de meningen verdeeld. Voor ongeveer 40% van de vrouwen en mannen maakt het niet uit of de vertrouwenspersoon iemand van binnen of buiten het bedrijf is. Een op de drie vrouwen en iets meer mannen geeft de voorkeur aan een vertrouwenspersoon binnen het bedrijf, terwijl 18% van de mannen en 20% van de vrouwen kiest voor iemand buiten het bedrijf.
  • Het overgrote deel van de werkers zou graag actief betrokken willen worden bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid.